Zijn alcoholvrije bieren lekker? Het korte antwoord is natuurlijk NEE. Desondanks zijn er hele volksstammen die het spul drinken. Dus laten we eens kijken naar een wat genuanceerder antwoord. Om te beginnen gaan we kijken of je het verschil tussen alcoholvrij en standaard bier kunt proeven. Bij Brülosophy hebben ze dat getest. Bekijk het filmpje hieronder eens voor je verder gaat lezen.
Alcoholvrij vs. standaard bier: proef het verschil
Kennelijk is het niet zo eenvoudig om blind een alcoholvrij van een standaard bier te onderscheiden. De vraag is dan: waarom niet. Laten we eerst eens kijken hoe alcoholvrij bier wordt gemaakt.
Hoe wordt alcoholvrij bier gemaakt
Het fabriceren van een alcoholvrij bier kan op verschillende manieren: destilleren, filteren of het gebruik van een speciale gist. In geval van destilleren en filteren wordt eerst gewoon bier gebrouwen.
Destilleren wordt meestal in vacuüm gedaan omdat daarvoor minder energie nodig is. Tijdens dit proces verdampt niet alleen de alcohol, maar gaan er ook een hoop aroma’s verloren. Deze kunnen eerst uit het bier worden gehaald, bewaard en later weer worden toegevoegd. Voorbeelden zijn Leffe 0.0 en Heineken 0.0.
Filteren gebeurt met een membraan. Dit is een complex (omgekeerde osmose) en daardoor duur proces.
De speciale gistsoorten die gebruikt worden werken bij een lagere temperatuur dan gebruikelijk voor het brouwen van traditioneel bier. Door tijdens dit proces de gistcellen af te breken vlak voordat de vergisting plaatsvind, ontstaat er geen alcohol. Met deze methode bevat het bier vaak iets meer suikers en eiwitten dan ander alcoholvrij bier. Voorbeelden zijn Bavaria 0.0 en VandeStreek Playground.
Er zijn ook gistsoorten die alleen glucose en fructose omzetten in alcohol, en niet de maltose. Hiermee kunnen alcoholarme bieren worden gebrouwen.
In de Brülosophy test zijn drie bieren van grote, industriële brouwerijen getest (Stella Artois is, net als Leffe, onderdeel van AB Inbev). Twee van de drie bieren waren pils. In beide gevallen is vacuümdestillatie toegepast. Bij Guinness wordt filteren toegepast.
Hoppig vs. Moutig
Pils is, zeker vergeleken met andere bierstijlen, redelijk bitter. Bitter kan nogal overheersend zijn. Dat uit zich in het wegdrukken van allerlei nuances. Zo kan je door overmatig gebruik van hop heel behoorlijk allerlei brouwfouten verdoezelen. Dat wordt al lastiger als je een moutig bier hebt en al helemaal met een ondergistend bier (lager). Kennelijk kan je met hopbitterheid ook de aanwezigheid van alcohol aardig verdoezelen.
Guinness heeft niet zo veel hopbitterheid maar daarentegen wel bitterheid door de geroosterde mouten.
De Brülosophy test bleek dus vrij lastig. Naar mijn mening komt dat vooral door de keuze voor wat meer bittere bieren. Het zou interessant zijn geweest indien er ook een moutig bier bij zat, bijvoorbeeld een Leffe Blond 0.0. Ik vind dat alcoholvrije blond bieren over het algemeen en wat weeïge smaak hebben en dat ze duidelijk verschillen van en minder lekker zijn dan de traditionele blondjes.
Het is opvallend dat het aandeel IPA’s onder de alcoholvrije bieren erg groot is. Bovendien krijgen ze vaak een wat hogere beoordeling dan andere stijlen. Dat ligt waarschijnlijk aan de hopbitterheid en daarnaast de hoparoma’s en smaak. Het probleem met IPA is dat het vaak nauwelijks meer als bier smaakt. Neem een bitter lemon, voeg wat tonic voor de bitterheid toe en je hebt iets wat je makkelijk als alcoholvrij IPA kunt verkopen.
Conclusie
Over het algemeen kan je wel stellen dat hoppige bieren geschikter zijn om een alcoholvrije variant van te maken dan moutige bieren.
Ik geef de voorkeur aan moutige bieren boven hoppige bieren. Voor mij is het dan ook duidelijk: alcoholvrij bier is minder lekker dan standaard bier. Kom ik een bier tegen waarvoor dit niet geldt dan vind ik het hoogstwaarschijnlijk sowieso niet lekker: te hoppig en te weinig bier karakter.