Een vaak verteld verhaal is dat in de middeleeuwen uitsluitend bier werd gedronken omdat water vervuild en ongezond zou zijn. Klopt dit verhaal?
Als water vervuild en ongezond is dan is het bier dat ermee gebrouwen wordt ook ongezond. Bier drinken in plaats van water heeft in dat geval geen zin. Over het algemeen was het water schoon, uitzonderingen daargelaten. Het water in grachten in steden kon wel eens van mindere kwaliteit zijn, zeker in steden waar textiel werd geproduceerd.
De bierconsumptie in de middeleeuwen in Nederland lag op ca. 275 tot 300 liter per jaar. Dat is ongeveer 0,8 liter per dag. Een mens heeft 1,5 tot 2 liter vocht per dag nodig. Met de toenmalige bierconsumptie kwam men tot hooguit de helft van die behoefte. Overigens dronken ook kinderen bier. In die tijd was het alcoholpercentage van bier meestal veel lager dan nu.
Waarom werd er dan zoveel bier gedronken. Aan de water kwaliteit lag het dus niet, die was toen nog prima, op een enkele uitzondering na. Watervervuiling werd pas een probleem tijdens de industrialisatie in de 19e eeuw. Er was gewoonweg weinig keus. Dag in, dag uit alleen maar water drinken zonder enige smaak was ook niet alles. En veel alternatieven waren er niet. Wijn was vaak te duur, en melk kon snel bederven en werd vooral gebruikt om kaas en boter te maken. Koffie, thee en chocolademelk waren nog onbekend en frisdranken bestonden nog niet. Dus bleef bier over; lekkerder dan water en nog voedzaam ook.