
Tot ver in de 18e eeuw had bijna ieder dorp wel een brouwerij. De dorpsbrouwer was vaak ook boer en herbergier. Het valt dus aan te nemen dat er ook in Amerongen wel brouwerijen zijn geweest.
Voordat hop in zwang kwam voor het brouwen van bier werd er gebrouwen met gruit. De verkoop van gruit viel onder het gruitrecht en werd gedaan door gruithuizen. Het gruitrecht was in wezen een vorm van belasting. In grotere plaatsen werkte dit redelijk goed, op het platteland werd het vaak ontdoken. In de loop van de 15e eeuw verdwenen de gruithuizen geleidelijk met de opkomst van hopbier. In het bisdom Utrecht werd gruit verkocht in de stad Utrecht, Amersfoort, Vreeswijk, Rhenen en Amerongen. In deze plaatsen bevond zich ook een bisschoppelijke tol. De aanwezigheid van een gruithuis in Amerongen wijst uiteraard op de aanwezigheid van brouwerijen.
Hoewel plattelandsbrouwerijen klein waren werden ze wel als concurrent gezien door grotere brouwerijen in steden. In 1496 werd door de Staten van Utrecht verordonneerd dat alle brouwers buiten ommuurde steden hun brouwerij moesten ontmantelen. In 1531 werd door Karel V de Order op de Buitennering uitgevaardigd. Dit is een uitbreiding van de verordening uit 1496, uitgebreid met andere takken van nijverheid. Deze verboden werden nauwelijks gehandhaafd. In 1610 waren er in Utrecht 46 plattelandsbrouwerijen, waarvan hoogstwaarschijnlijk één of enkele in Amerongen.
In 1585, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, vond de slag bij Amerongen plaats. “Dorp en kerk hadden bij deze slag veel schade opgelopen, de brouwerij was vernield, er was schade aan de ros- en oliemolen, en de boeren werden lammeren, paarden, schapen en koebeesten afgenomen”1.
Vanaf het einde van de 17e eeuw was er, waarschijnlijk enkele decennia, bij Kasteel Amerongen een landgoedbrouwerij.
In 1714 kocht Frederik Christiaan van Reede een huis met erf, brouwerij, schuur en duifhuis, aan de Donkerstraat2.
Rond 1800 was Amerongen een klein en arm dorp met hooguit 1000 inwoners. Desondanks telde het dorp in 1806 maar liefst acht herbergiers, tappers en logementhouders, waarschijnlijk omdat het een knooppunt was tussen Utrecht, Arnhem, Amersfoort, Wijk bij Duurstede en het veer over de Nederrijn3. Met zoveel tappers en herbergiers mag je aannemen dat er ook gebrouwen werd in Amerongen.
In de 19e eeuw bestond brouwerij De Roos. In 1881 werd kerkgebouw Bethel gebouwd aan Nederstraat op de plaats waar voorheen deze brouwerij stond4.
Ook nu is er nog een brouwerij in Amerongen: Hemursbier5. En natuurlijk hobbybrouwerij Bier Van Vroeger.
Bronnen
- Utrechts Archief
- Piet Tuik, De kerk van het Heylig Cruys en Sint Andreas
- D. Pezarro, Logement en Stalhouderij “De Posthoorn”
- Roel Mulder, Verloren Bieren
- Leendert Alberts, Hop