Porter is ontstaan in de pubs van Londen in de achttiende eeuw. Het is een donker, medium bodied bier dat erg moutig en hoppig is. Stout betekent sterk. In die tijd had je stout ales, stout porters, etc.. De naam stout porter veranderde in de loop van de tijd in Stout. Hiermee werd dan alleen nog maar een sterke Porter bedoeld.
Het verschilde echter nogal per brouwerij wat men sterk vond en wat niet. Een Stout van de ene brouwerij kon minder sterk zijn dan de Porter van de andere brouwerij.
Tegenwoordig worden de namen Porter en Stout door elkaar gebruikt. Een enkeling maakt nog verschil op basis van ingrediƫnten; Porter wordt gemaakt met gebrande gerstemout, Stout wordt gemaakt van ongemoute gebrande gerst. Maar zelfs van dit verschil trekken brouwers zich vandaag de dag maar weinig aan.
Een bekende Stout is Guinness. Dit bier onderscheid zich doordat de schuimkraag gevormd wordt door stikstof in plaats van koolzuur. De stikstof zorgt voor een stevigere schuimkraag met veel kleinere gasbelletjes. Schud maar eens een blikje Guinness, dan hoor je de stikstofcapsule rammelen.